De leerling stelt zich open voor culturele uitingen zowel in zijn omgeving als daarbuiten.
- De leerling leeft zich in of herkent eigen emoties, ervaringen of ideeën in de verbeelde werkelijkheid.
- De leerling verkent emoties, ervaringen van anderen bij een culturele uiting.
- De leerling stelt n.a.v. wat hij/zij/hen gezien, gehoord, gevoeld of gelezen heeft, open vragen aan zichzelf en zijn omgeving.
- De leerling (h)erkent verschillende interpretaties van zichzelf en anderen in de beleving en duiding van cultuuruitingen.
- De leerling verbindt wat hij/zij/hen meemaakt aan eigen mogelijkheden en talenten.