De leerling geeft op eigen wijze vorm aan zijn verbeelding, gevoel, waarneming of kennis.
- De leerling maakt een voorstelling van een eigen idee en vertaalt dat in een concept of ontwerp.
- De leerling heeft (basis) kennis over kunstzinnige technieken en vaardigheden.
- De leerling experimenteert met kunstzinnige technieken en vaardigheden en onderzoekt alternatieve oplossingen.
- De leerling past kunstzinnige technieken en vaardigheden bewust toe om de zeggingskracht van eigen werk te vergroten.
- De leerling associeert, legt verbanden en geeft betekenis tijdens het maakproces.